Uit haar tas vist Marleen haar zwarte slipje en trekt het aan. Ze laat haar wijsvingers even onder de zomen doorglijden zodat het comfortabel rond haar zachte, strakke billen zit. Vervolgens doet ze haar bijpassende zwarte bh aan. Daarna neemt ze voorzichtig haar lichtblauwe zomerjurk van de kleerhanger en trekt die over haar hoofd aan. Met een fladderende beweging valt de jurk over haar lichaam tot net boven haar knie. Ten slotte laat ze haar voeten in haar donkerblauwe muiltjes glijden. Ze heeft thuis hakken in net dezelfde kleur, die ze eigenlijk leuker vindt onder deze jurk maar om te gaan zwemmen vindt ze de muiltjes toch praktischer. Voor haar lengte hoeft ze het trouwens ook niet te doen, want met haar 1m80 is ze voor een vrouw ruim bovengemiddeld groot. Voor Marleen het kleedhokje verlaat, zet ze zich met gespreide benen op haar hurken om de handdoeken en de bikini bijeen te rapen. Wanneer ze echter de handdoeken van de grond trekt stokt haar adem en begint haar hart hevig te slaan. Door de halfgeopende rits van het zijvak van de rugzak van de persoon naast haar, ziet ze een schemerend licht schijnen. Het blijkt een standbylichtje van een goprocamera te zijn, die zorgvuldig met de lens net onder de half geopende ritssluiting is geplaatst. Door de ruk aan haar handdoek waartegen de rugzak aanlag is de camera iets verschoven, waardoor het standbylichtje zichtbaar werd. “Godverdomme, ik word gefilmd” paniekeert Marleen in gedachten terwijl ze een mengeling van angst, woede maar vooral schaamte over zich heen voelt komen. Voor ze kan beslissen wat te doen, ziet ze opeens de rugzak van haar wegglijden naar het hokje naast haar en ze beseft dat het kwaad is geschied. Verward propt ze haar spullen in haar tas en maakt dat ze wegkomt. Zonder om te kijken stapt ze stevig naar buiten, rechtstreeks naar haar wagen en haast ze zich naar huis.